Mortuarium
Van buiten zie je het niet. Er groeit pas een vermoeden als je de zware deur opentrekt, en er een zweem van iets vergetens je neus indringt. Je speurt verwoed de glazen etages af, maar daar is het niet. Nooit, eigenlijk.
Beneden blijft je blik plakken. Een herinnering schurkt tegen de halfdoorschijnende wand, en je weet: iets ligt daar al heel lang onvervuld te wachten; in schaamte, stilte, onbegrip, moederziel alleen of in een groepje - een heel legioen wellicht van groene huiden, witschuimende vlekken en vocht dat als pus door plastic lekt.
Je opent de la van je zelfgecreëerde mortuarium, aanschouwt de verwaarlozing, ruikt je schuld, en gooit de lijken in de pedaalemmer. Gelukkig, van buiten zie je het niet.