Diadeem
‘We weten dat je het gedaan hebt!’’ De stem was zo dichtbij, dat Anna haar adem inhield. Er klonk geritsel van bladeren en kraken van takken. Ze deed haar ogen dicht. Als ze een nachtmerrie had, hielp dat altijd. Dan werd ze wakker nog voor het monster haar pakken kon. ‘We gaan het tegen je moeder zeggen!’ Dat was Joris, de broer van Miriam. Ze hadden haar met z’n zessen achtervolgd. Maar ze kon hard rennen. Toen was het ineens stil. Eindelijk. Happend naar adem keek ze om zi
Gletsjer
‘Godver! Teringlijer!’ Raymond liet zijn claxon secondelang loeien. De man in de auto naast hem stak zijn middelvinger op. Raymond stelde zich voor hoe hij die vinger met gruwelijke kracht van die pleureshand rukte en het in de mond van die gast douwde. Of ergens anders. Klootzak. En hij was al laat. Uitgerekend vandaag. Hij gaf gas bij. Dan maar een fokking boete. Who cares. Zweet kriebelde over zijn voorhoofd en langs zijn slapen. Godver. Zijn overhemd was zeiknat. Waarom d